Het blijft wonderlijk. De mensen die ik spreek over hun paniekaanvallen zijn er zó van overtuigd dat ze voor gek staan ten opzichte van hun omgeving. Terwijl als je ernaar vraagt, de meesten er nog nooit op aangesproken zijn. Zou er zo’n verschil zitten tussen de beleving van iemand met paniekaanvallen en de mensen eromheen?
Laatst vertelde ex-voetballer en analyticus René van der Gijp in De Wereld Draait Door over de paniekaanval die hij 1,5 jaar ervoor had gehad tijdens de uitzending. “Dat ging helemaal niet meer, ik stond gewoon voor lul. En niet zo’n beetje ook.” Maar als ik de beelden bekijk van wat hij beschrijft als zijn eerste paniekaanval, kan ik de scene “En die Sophie Hilbrand die keek mij aan met een gezicht van ‘wat zit jij nou hier te doen?’” niet ontdekken. En anderszins ‘voor lul staan’ ook niet, eigenlijk.
(vanaf 4:48)
Als psycholoog moet ik natuurlijk wel een béétje steigeren door René’s afkeer van psychologische hulp. Zeker omdat het gevolg is: “Nou ik heb er wel van geleerd een beetje. Dat als je ergens komt en het is echt heel onbehagelijk en heel slecht georganiseerd, ja dat je beter terug in je autootje kan stappen.” Nee man, JIJ bepaalt wanneer je in je autootje stapt. Tackelen die paniekaanvallen!