Onderzoek laat zien dat hoe gelukkig jij je voelt ongeveer voor de helft bepaald wordt door -onveranderlijke- erfelijke factoren. Zaken als opleiding, inkomen, relatie en baan bepalen zo’n 10%. En nu het goede nieuws: de laatste 40 % wordt bepaald door wat je op een dag doet, en door de manier waarop je over jezelf en anderen denkt. Met een beetje kennis van zaken kun je dat -na dit stukje- meteen beïnvloeden.
Niet aan nare dingen denken maakt in ieder geval niet gelukkiger. Onderzoek (naar o.a. witte beren ) laat zien dat het onderdrukken van nare gedachten de kans dat je je rot voelt juist vergroot. Gedachten die je niet wilt hebben komen dubbel zo hard terug. Hoe moet het dan wel?
Collega’s Robbert Emmons en Michael McCullough (2003) vroegen zich af wat er gebeurt als je jezelf kort herinnert aan wat er goed gaat op een dag. Hun onderzoek laat zien dat mensen die 10 weken lang, 5 dingen opschrijven waar ze tevreden mee zijn 25% gelukkiger zijn dan mensen die 5 dingen opschrijven die gewoon gebeurd zijn. Lyubomirsky en zijn collega’s (2005) vonden dat ook hier het principe van less is more opgaat: drie dingen opschrijven is genoeg, en één keer per week schrijven heeft méér effect dan drie keer per week. Seligman, Steen, Park en Peterson (2005), pioniers uit de positieve psychologie, tonen aan dat mensen die zichzelf herinneren aan wat er goed gaat zes maanden later nog steeds gelukkiger zijn. De effecten houden dus stand.
Zou het net zo werken als met de geur van vers gebakken appeltaart? Kun je gewend raken aan wat er lukt op een dag als je er niet opnieuw aan denkt? Als je de kamer inloopt ruik je heerlijke verse appeltaart, na een paar minuten ruik je het gek genoeg niet meer. Het valt je niet meer op. Het lijkt er op dat het zin heeft om de hersenkamer met dingen waar je blij mee bent af in te lopen. Het maakt gelukkiger.
Daarom hieronder de oefening uit bovengenoemde onderzoeken om snel -het kost je twee minuten per week- en langdurig je stemming te verbeteren:
Schrijf een keer per week drie dingen op waar je tevreden over bent. Om je op weg te helpen: je kunt denken aan dingen waar je blij mee bent, of die goed gaan, aan mensen waar je iets aan hebt, aan wat je zou missen als het er niet meer was, of -dit is misschien meer iets voor Oprah- aan dingen waar je dankbaar voor bent. En als je nog wat tijd hebt, schrijf dan op wat de oorzaak is. Wat maakte dat die vergadering gesmeerd liep, hoe is het je gelukt om te sporten of hoe heb je die lamp voor een prikkie op de kop getikt? Het mooie is dat het niet uitmaakt hoe groot of klein de dingen zijn die je opschrijft. “Fietsband geplakt” of “Planten water gegeven” mag ook.
Waarschijnlijk is het enige echt lastige aan deze oefening dat het zo triviaal is, dat het bijna niet de moeite waard lijkt om het echt te doen…
Bron: Wiseman, R. (2010). 59 seconds Think a little change a lot. London: Pan Books.